TOP

De t binnen de lhbtiq+

De t binnen de lhbtiq+

Dit artikel is eerder gepubliceerd in TRANS print magazine 2017, met als titel ‘De t binnen de lhbt+’

Als transgender persoon moet je je eigen plek claimen in de wereld. Vanaf het moment van je coming out kost het veel energie om staande te blijven binnen je familie en de maatschappij. Eenzaamheid is vaak je beste vriend.

Ik ben vrouw met een transgender achtergrond. Ik vluchtte uit mijn geboorteland Koeweit waar mijn vrijheid en veiligheid op het spel stonden, omdat ik opkwam voor de gelijke behandeling van transgender personen. In Nederland ben ik me weer actief gaan inzetten voor de bewustwording over genderdiversiteit. Ik ben nu twee jaar voorlichter bij het COC Amsterdam en bezoek regelmatig scholen om leerlingen te informeren over seksuele diversiteit en genderdiversiteit. Er zijn ongeveer vijftig vrijwillige voorlichters, van wie ik met één andere vrouw de ‘t’ vertegenwoordig. Hiernaast heb ik een jaar gewerkt voor het project TransUnited van het COC Amsterdam, dat als doel heeft bi-culturele transgender personen te empoweren

Het heeft vast te maken met dat de ‘t’ pas later bij de ‘lhb’ is gevoegd en er nog steeds meer kennis nodig is over transgender (en intersekse en queer en non-binaire) personen. Maar ook zijn transgender personen ondervertegenwoordigd in lhbt+-organisaties, vanwege de individuele struggle die de weg naar opleiding en werk en dus ook activisme, bemoeilijkt. Dat geldt nog meer voor de transgender vluchtelingen zoals ik. Ondanks onze opleidingsachterstand hebben transgender personen  wereldwijd vaak een aandrijvende rol in de lhbt-beweging. De strijd die we moeten voeren maakt ons sterk en gedreven.

Marcha P. Johson en Sylvia Rivera tijdens de Christopher Street Liberation Day March, 1973 (foto Leonard Fink)

Ik haal inspiratie uit de acties van mijn voorgangers, zoals Sylvia Rivera. Samen met Marsha P. Johnson was zij, als zwarte trans vrouw, aanjager van de Amerikaanse Homobeweging. Een Youtube filmpje laat zien hoe zij tijdens de Christopher Street Pride in New York in 1973 de demonstranten aanspreekt op hun gedrag. Haar boodschap luidde dat de homobeweging niets deed voor de transgender ‘halfbroers en halfzussen’ die dagelijks dakloos raken, worden opgepakt, verkracht en mishandeld in de gevangenis. Een ander voorbeeld voor mij is de Nederlandse, in Libië opgegroeide Tania Barkhuis. Door haar werk voor het COC en haar aanwezigheid als transgender persoon binnen deze organisatie, heeft zij de T zichtbaar gemaakt en verdedigd.

Tania Barkhuis

Tania was van 2006 tot en met 2013 directeur van het COC Amsterdam en heeft in 2006 Transgender Netwerk Nederland helpen oprichten. Zij is nu voorzitter van GroenLinks Amsterdam en zakelijk leider van Muziekcentrum Aslan.

‘In 1982 deed ik mee aan de eerste transseksuelenpraatgroep. De ellende droop van het onderwerp af in die tijd. Mensen gingen in transitie, maar daarna was het leven een hel. Die eerste samenkomst van de praatgroep was bij het COC Amsterdam, dat toen gerund werd door een vrouwenbestuur. Wij kwamen daar binnen en kregen zoiets te horen als: jullie horen niet bij de doelgroep; voor deze keer mogen jullie binnenkomen, maar ga hierna maar thuis verder praten.

In 2001 werd ik door het COC gebeld: ze wilden in gesprek komen met moslims over homoseksualiteit maar wisten niet hoe dit aan te pakken. Ik had vrienden in het COC wereldje en zei vaak ‘Wat doen jullie voor de Marokkaanse lesbiennes?’. Door mijn jeugd in Libië begreep ik dat het godsonmogelijk was voor deze vrouwen om hierover te praten. En ik wist wat het was om in een isolement te zitten. Het COC kon me een tijdelijke baan aanbieden. Werken met mensen met een Arabische achtergrond vond ik heel fijn. Nadat ik mijn vorige baan was kwijtgeraakt, werd ik overal afgewezen bij sollicitaties, omdat ik er herkenbaar als transpersoon uitzag. Het outplacementbureau had me al verzekerd: Nederland is helemaal nog niet klaar voor jou. Het feit dat ik toch aan de slag kon bij het COC, gaf me een behoorlijk duwtje in de rug.

Het sollicitatiegesprek liep niet zo goed. Ik voelde een soort ongemak. Later begreep ik dat de directeur niet wist of hij nou met een man of een vrouw zat te praten. Hij kon daar als mannelijke homo in eerste instantie niet mee uit de voeten. Dat was echt nog de status van het COC in die tijd! Ik werd op de vrouwenavonden net niet geweigerd, maar wel heel kritisch bekeken, zo van ‘wat doe jij hier?’. Het hele concept van transgenderidentiteit was bij veel mensen helemaal niet bekend.

Van alle groepen die je kunt benoemen binnen het COC, waren de wat oudere, feminiene homoseksuele mannen degenen van wie ik uiteindelijk de meeste warmte ontving.

In 2006 ging de directeur van het COC Amsterdam met pensioen. Er kwam een vacature en ik dacht: dit is een nieuwe kans om in Amsterdam aan de slag te gaan met de multiculturele samenleving, seksuele en genderdiversiteit. Ik werd aangenomen en startte de ontwikkeling van organisaties die met multi-etnische jongeren aan de bak gingen. Eigenlijk een voorloper van TransUnited en dat soort projecten. 

Dus 25 jaar nadat wij met de praatgroep naar huis werden gestuurd, werd ik directeur van dit COC Amsterdam. Dan is de wereld in de tussentijd wel veranderd!

Elke lhbt+organisatie vindt tegenwoordig dat ze hun best moeten doen voor de t. Dat was vroeger dus wel anders.  Ik vind dat alle groepen binnen de lhbt+ moeten samenwerken. Ook vind ik  dat lhbt+organisaties echt inclusief moeten zijn, veel opener, ook ten opzichte van etnische diversiteit.

Er is anno 2017 meer ruimte voor transgender personen, de zichtbaarheid en kennis over transgender onderwerpen zijn enorm toegenomen ten opzichte van de jaren ’80. Iemand als Valentijn de Hingh, die op een positieve en geëmancipeerde manier in de openbaarheid treedt, is zo’n ander verhaal dan de slachtofferverhalen van toen. Tegelijkertijd vind ik dat de wereld veel intoleranter wordt, mondiaal maar ook in kleinere kring. Racisme binnen de homoscene is bijvoorbeeld echt heel groot, samenleven van verschillende culturen gaat moeizaam en er komen foute regeerders aan de macht. De ruimte voor een mens om mens te zijn wordt kleiner. Daarom is het essentieel om als trans individu je te laten horen en zien. Voor mij is de politiek een belangrijk middel om positieve veranderingen te bereiken. Daarom combineer ik mijn huidige baan van zakelijk leider van een multiculturele muziekschool met het voorzitterschap bij Groen Links Amsterdam.’

Jonathan (29)‘Tijdens mijn transitie heb ik negatieve ervaringen opgedaan in bars voor lesbiennes. Ik werd niet geaccepteerd zoals ik ben. Ze zagen me daar als butch. Ik zie mezelf als een man, of beter nog een persoon. Het voelt alsof ik binnen de LHBT+ gemeenschap dezelfde strijd moet voeren tegen vooroordelen, als daarbuiten.’

Jahniella (36) ‘Ik heb mijn eigen plekje gecreëerd in de LHBT+ scene. Ik ben transgender woman of color en ik val op mannen. Het is alsof de T niet goed gerepresenteerd is in de LHBT+ organisaties. Het lijkt alsof de transgender personen een soort stiefkinderen zijn. Mijn advies is: praat met mensen, als je hen niet begrijpt.’

Sean-Claude (30) ‘Mijn ex-vriendin heeft mij nooit als man beschouwd. Toch hielp ze mij bij mijn transitie. Ik voel me een unieke man omdat ik zowel masculiene als feminiene kenmerken heb. Transgender personen blijven denk ik liever in de schaduw binnen de LHBT+ scene omdat zij zich niet begrepen voelen. Het is aan onszelf om de gemeenschap te onderwijzen door onze ervaringen te delen. Dan ontstaat de kracht van zichtbaarheid.’

Timothy (33) ‘Binnen de LHBT+ gemeenschap voel ik me soms wel thuis, soms niet. Er is veel discriminatie in de scene, op basis van uiterlijk, leeftijd, afkomst, religie, nationaliteit enzovoort.Het is absurd dat dit juist hier gebeurt! Ik identificeer me als nonbinair. Ik deed mee aan verschillende activiteiten vanuit LHBT+ organisaties. Het begon allemaal positief maar ik ben teleurgesteld geraakt omdat ik de solidariteit miste.

Post a Comment