Vervreemding
Ik heb me nooit helemaal thuis gevoeld in mezelf en tussen mensen in mijn omgeving. Jarenlang wist ik niet waarom, maar inmiddels wel: zij begrepen me niet, en zagen me niet zoals ik was. Ik wist zelf niet eens wie ik was.
Ik viel altijd op allerlei soorten mensen. Een stukje van het antwoord vond ik in mijn seksuele identiteit, toen ik op mijn vijftiende besefte dat ik biseksueel was. Met dat besef vond ik binnen de queer community een plek, waar ik redelijk in paste. Daar zocht ik verder. Steeds als ik daar een nieuwe term hoorde, zoals genderqueer of demiboy, zocht ik dat op: ging dat over mij?
Sinds een half jaar weet ik dat ik op zoek was naar mijn genderidentiteit. Die noem ik nu non-binair of genderflux. Dit inzicht heeft me dichter bij mezelf gebracht. Toch kan ik nog steeds van mezelf vervreemd raken als ik te veel over mijn gender nadenk. Of ik krijg het gevoel dat ik de boel belazer, dat ik ‘niet trans genoeg’ ben. Op sommige dagen identificeer ik me ineens helemaal of gedeeltelijk met mijn geboortegeslacht, op andere dagen wil ik daar juist niets van weten. Dat geeft verwarring.
‘Blijf zacht. Dat vertel ik mezelf, bij alles wat ik doe en maak. Ik volg de transitie van mijn lief Tijn elke dag van dichtbij – zo snel en zo traag tegelijk. Ondertussen verander ik zelf ook, van altijd maar zoeken naar steeds meer vinden. Dat is precies waarom bovenstaande woorden iets met me doen. Voor mij gaan die over harder voelen en zachter kijken.’
Roos Klijn – fotograaf