10 Redenen om transpersonen te benijden
Door Jan Broekhuizen
‘En realiseer je dat deze mensen niet te benijden zijn, hè?’, zegt Ellie Lust. Samen met Rik van de Westelaken voorziet ze Pride 2019 bij de NOS van commentaar. Een vrolijke boot vol dansende transmensen vaart op de achtergrond door de grachten van Amsterdam. Feestelijke muziek stampt door de stad, en mensen op de kade zwaaien enthousiast naar de boot.
Ellie roept een beeld op van de tragische transgender die gebukt gaat onder innerlijke worsteling en sociale uitsluiting. Natuurlijk hebben transgender personen veel hindernissen te overwinnen. Maar er is goed nieuws: transgenders ervaren ook leuke dingen, die een cisgender nooit zal meemaken. Dat levert gendereuforie op!
Gendereuforie — Het beeld van de tragische transgender komt deels voort uit de bovengemiddelde aandacht voor het begrip genderdysforie in de media, in de gezondheidszorg, en vanuit de transgendergemeenschap zelf. Het woordenboek definieert genderdysforie als volgt:
Genderdysforie
gen·der·dys·fo·rie (de; v)
1. gevoel van bijzondere neerslachtigheid m.b.t. de eigen genderidentiteit
Genderdysforie kun je verdelen in twee categorieën: sociaal en lichamelijk. Ikzelf heb vooral veel last van sociale genderdysforie, die optreedt bij het contact met anderen. Wanneer mensen mij zien of horen, gaan ze er automatisch vanuit dat ik een vrouw ben: de caissière in de supermarkt die ‘hallo, mevrouw’ zegt, de conducteur in de trein die het verhaaltje met ‘dames en heren’ begint, of een collega die mij in een gesprek met ‘zij’ en ‘haar’ aanduidt. Op die momenten ervaar ik sociale genderdysforie.
Lichamelijke genderdysforie staat bij mij gelukkig op een lager pitje. Als ik ongesteld ben, heb ik er weliswaar veel last van, en af en toe ben ik diep ongelukkig met mijn heupen. Maar over het algemeen kan ik daar redelijk mee omgaan, ook met behulp van bepaalde kleding en verschillende hulpmiddelen. Andere transmensen hebben juist weer meer last van lichamelijke dysforie dan van sociale.
Kortom, genderdysforie verschilt in vorm en mate van mens tot mens. Toch is het de belangrijkste indicator voor het beschikbaar komen van gezondheidszorg.
Gendereuforie
Het tegenovergestelde van dysforie is euforie. In het publieke debat over transmensen blijft gendereuforie onderbelicht. Het staat niet eens in het woordenboek. Dikke van Dale, ik geef jullie hierbij vast een voorzetje. Ik zeg: woord van het jaar 2020.
Ook in de gezondheidszorg krijgt gendereuforie te weinig aandacht. Wat mij betreft mag het zo worden toegevoegd aan de medische checklist waarmee psychologen bepalen of iemand wel of niet trans is. Het is tenslotte een gevoel dat cispersonen beslist niet ervaren.
Wanneer ervaren transmensen gendereuforie? En wat houdt dat precies in? Met een online formulier heb ik deze vragen uitgezet. Daar hebben 28 transmensen op gereageerd met veel mooie, unieke en veelzijdige antwoorden. Met hun bijdragen is een lijst samengesteld van tien pluspunten in het leven van transpersonen, die je helaas moet missen als je geen transpersoon bent:
1. Hi, my name is…
Als transpersoon mag je je eigen, officiële voornaam kiezen. Velen kiezen daarvoor, omdat ze vinden dat hun oude naam niet goed bij hen past. Wat een vrijheid! Je zult maar cis zijn en je hele leven aan diezelfde naam vastzitten…
Het moment dat je aan anderen met je nieuwe, zelfgekozen naam je voorstelt, het moment waarop ze die naam gebruiken als ze het over jou hebben, dat zijn momenten van gendereuforie.
2. Hij/hem, zij/haar, hen/hun…
Hoe fijn is het als iemand je eindelijk met het juiste voornaamwoord aanduidt: hij, zij of hen. Voornaamwoorden zijn de laatste tijd een hot topic: in Engelssprekende gebieden is het genderneutrale they officieel als enkelvoudig voornaamwoord erkend. Ook in Nederland vinden regelmatig discussies plaats over de grammaticale correctheid van de neutrale voornaamwoorden hen/hun in het enkelvoud. Bij discussies over invoering hiervan is het opvallend dat vooral cismensen met hun hakken in het zand gaan. Die zullen natuurlijk ook nooit het gevoel van gendereuforie beleven, dat ik wél heb wanneer iemand naar mij verwijst met ‘hen’ of ‘hun’.
3. ‘Happiness is not in money, but in shopping’
Van shoppen worden veel mensen blij. Hoe is het voor een transpersoon om voor het eerst in de kledingwinkel op de goede afdeling rond te kijken, en voor het eerst de kleding aan te trekken die die al zo lang wilde dragen? Hoe is het om dan in de spiegel te kijken en te zien dat het klopt? Die eerste keer shoppen bewust meemaken is een heerlijk gevoel, iets wat de meeste cispersonen nooit zullen ervaren.
4. Als je haar maar goed zit!
Bij veel transmensen speelt haar een grote rol: kort haar, lang haar, haar dat door hormonen op je lichaam gaat groeien of het haar op die plekken juist laten weglaseren – er gebeurt van alles met het haar van transgenders. Bij de vraag naar het gevoel van euforie is een terugkerend antwoord: het gevoel van euforie bij de kapper als je daar eindelijk het kapsel laat knippen dat je echt wilt. Het moment waarop ik voor het eerst mijn haar afschoor, was voor mij een ontzettende bevrijding. Ik had het gevoel dat ik eindelijk mezelf was.
5. Ben jij een jongen of een meisje?
Veel transmensen vinden het heerlijk om eindelijk niet meer de vraag te horen of ze nou een jongen of een meisje zijn. Als transman voor het eerst ‘Hallo, meneer’ horen in een telefoongesprek met een callcentermedewerker. Als transvrouw in de supermarkt worden aangesproken met ‘Pardon, mevrouw’. Geen enkele vorm van twijfel over je genderidentiteit bij wildvreemden, dat werkt heel bevestigend. In je nieuwe leven pikken mensen ineens de informatie op die jij uit wilt dragen, en spreken je aan zoals je aangesproken wilt worden. Ook dat geeft een uniek gevoel van gendereuforie. Voor iedereen is dat anders. Non-binaire personen vinden de vraag ‘Ben jij een jongen of een meisje?’, van een kind tegenover hen in de bus vaak wél fijn. Onzekerheid over hun genderidentiteit kan hun juist bevestiging en gendereuforie geven.
6. Hé, we zijn op tv!
Voor transmensen is het een verademing om zichzelf op een positieve manier in de media vertegenwoordigd te zien. Dat geeft een gevoel van herkenning, en dat is erg fijn. Vooral als de transpersonen die in beeld zijn gewoon een rol spelen in een film, een interview geven, een lied zingen of een grap maken, zonder iets uit te leggen over hun genderidentiteit. Meestal is die identiteit namelijk helemaal niet belangrijk.
7. Mijn lichaam is van mij
Stel: je hebt borsten, maar je wilt ze helemaal niet. Sterker nog, die borsten brengen je in allerlei vervelende situaties, bijvoorbeeld doordat mensen je genderidentiteit verkeerd interpreteren, of je altijd de verkeerde voornaamwoorden geven. Hoe bevrijdend is het dan om met een platte borstkas wakker te worden na een langverwachte operatie? Dat onderdeel van trans-zijn is voor veel cismensen lastig te begrijpen. Waarom zou je sleutelen aan een lichaam dat prima in orde is? En dat is juist het punt – het was niet in orde, maar dat wordt het uiteindelijk wel. Hoe fijn is het gevoel als je lichaam wel oké is na operaties en het gebruik van hormonen. Een uitzicht op een leven waarin je je meer jezelf kunt voelen – hoeveel gendereuforie levert dat op!
8. Touch-a, touch-a, touch me
Het seksleven van transgenders is een onderwerp waar verbazingwekkend weinig over geschreven is. Toch krijgen transmensen er te pas en te onpas vragen over. Ook bij transgenders zelf leeft dit onderwerp: ze noemen seks hebben, naakt zijn, en het eigen geslachtsdeel meerdere keren als bronnen van gendereuforie. Opnieuw uitzoeken wat je wel of niet lekker vindt in je herboren lijf, met of zonder partner, dat is toch fantastisch?
9. Herkenning en erkenning
Eén van de mooiste dingen van trans-zijn is andere transmensen te leren kennen, erkenning en herkenning te vinden bij mensen die precies begrijpen wat je bedoelt. Als ik aan een cispersoon uitleg dat ik non-binair ben, moet ik daarna meteen een college over genderdiversiteit geven. Bij andere non-binaire mensen is dat niet nodig en kan ik echt mezelf zijn. Bij hen kan ik dingen rondom mijn genderidentiteit uitzoeken en uitproberen zonder dat zij over mij zullen oordelen. Dit is voor mij een heel belangrijke bron van gendereuforie. Zeker omdat ik me als non-binaire persoon soms een valsspeler voel: iemand die niet trans genoeg is om zich bij de transgendergemeenschap te voegen. De transmensen die ik de afgelopen tijd heb leren kennen, hebben me snel duidelijk gemaakt dat die zorg ongegrond is.
10. Spiegeltje, spiegeltje
Het moment dat je voor het eerst in je nieuwe hoedanigheid in de spiegel kijkt en echt jezelf ziet, is voor veel transmensen een ultiem geluksmoment. Jezelf in de ogen kunnen kijken en blij zijn met wie je bent, zowel van binnen als van buiten: pure gendereuforie.
Nou Ellie, zo zie je maar: transpersonen zijn best te benijden!